Hotspots zonnepanelen

Een zonnepaneel bestaat uit zonnecellen. Wanneer de stroom door de zonnecellen loopt zorgt een zwakke cel voor veel weerstand. Hierdoor wordt de cel, zoals de naam al zegt, erg warm. Doordat de cel te heet wordt, kan er minder stroom doorheen lopen, waardoor de opbrengst van het paneel lager wordt. Zo’n cel heet dus een hotspot. Hoe ontstaan deze hotspots? Kun je er wat aan doen en zijn ze schadelijk? We geven je graag meer informatie. 

Een hotspot is een zonnecel in een zonnepaneel die, zoals de naam al zegt, erg warm wordt. De zonnecellen in een paneel zijn verantwoordelijk voor het omzetten van licht naar elektriciteit. De zonnecellen zijn verdeeld in drie subgroepen, ook wel ‘strings’ genoemd. Het kan zijn dat één zonnecel in zo’n string minder stroom opwekt, bijvoorbeeld door gecentreerde schaduw of vogelpoep. Maar ook een technisch foutje al tijdens het productieproces is mogelijk. Wanneer de cellen om zo’n zwakke cel heen wel allemaal in de zon liggen, kan er een hotspot tot stand komen. Omdat de zonnecellen in serie geschakeld zijn, wordt de stroom ook door deze minder goed functionerende zonnecel ‘geduwd’. Het gevolg is dat de zonnecel energie produceert in plaats van opwekt en dus erg warm wordt. 

Vaak is een hotspot te wijten aan vuil of schaduw op één geconcentreerde plek voor een langere tijd. Denk aan vogelpoep, een gevallen blad van een boom of schaduw van een schoorsteenpijpje. Voor een zonnecel om een hotspot te worden moeten de overige cellen om de zwakke plek heen wel volledig in de zon liggen. Wanneer het vuil of de schaduw niet meer aanwezig is, gaat de cel weer als normaal functioneren. Vaak spoelt regen of sneeuw het vuil vanzelf al wel weg. Een hotspot leidt in de meeste gevallen dan ook niet tot schade. Liggen meerdere cellen in de schaduw of is er een groepje cellen met vuil bedekt? Dan is de kans op hotspots sowieso lager doordat bypass diodes de stroom kunnen omleiden. Slechts een derde van het paneel wordt door de omleiding niet gebruikt en de stroom loopt alleen door de cellen die op vol vermogen werken (zie afbeelding). Zo blijft de totale opbrengst van het paneel op een hoger peil.

De hotspot test
De zonnepanelen van Zonneplan worden tijdens het productieproces al uitvoerig getest op zwakke cellen door de Duitse keuringsinstantie TÜV Rheinland. Er wordt al vroegtijdig gecontroleerd op slechte cellen met een zogeheten ‘hotspot test’ (ook wel: EL-test). Zwakke cellen hebben een grotere kans om uiteindelijk een hotspot te worden. Vandaar dat deze al vroegtijdig worden opgespoord met een speciale warmtecamera. De test maakt het mogelijk dat slechte cellen al gevonden worden voordat de zonnecellen definitief zijn samengesmolten en dus op tijd vervangen kunnen worden. Doordat de test tijdens de productie plaatsvindt wordt voorkomen dat er uiteindelijk hotspots ontstaan als de zonnepanelen op je dak liggen.

Schaduw op één punt voorkomen
Voor een hotspot om echt schade aan te richten is het noodzakelijk dat de overige cellen volledig in de zon liggen. Daarnaast vormt de zwakke plek pas een risico als de cel echt voor langere termijn heet blijft. Maar weet dus dat de meeste hotspots niet leiden tot problemen. Vaak gaat een hotspot zelf weer als normaal functioneren. Het belangrijkste: vermijd geconcentreerde schaduw van kleine objecten die pal ten zuiden van de panelen staan. Onze adviseurs houden bij het opstellen van een persoonlijk Zonneplan al rekening met de invloed van schaduw op zonnepanelen. Wil je ook een persoonlijk Zonneplan ontvangen? Vraag dan hieronder vrijblijvend een offerte aan.

Een groot voordeel van uitgebreid testen van zonnepanelen? Het geeft aan wat de kwaliteit van de zonnepanelen is. Zijn de fabrikanten en leveranciers zeker van deze kwaliteit? Dan kunnen ze ook lagere garanties geven op hun product. Dit geeft jouw veel zekerheid voor de toekomst. Benieuwd naar de zonnepanelen en garanties van Zonneplan? Vraag een gratis zonnepanelenadvies aan.