We zitten middenin de overgang van een stroommix die afhankelijk is van vervuilende bronnen naar een CO₂-vrije stroommix. Dat vraagt om flinke aanpassingen. Een van de uitdagingen waar we mee te maken hebben is de drukte op het verouderde stroomnet. Op steeds meer plekken krijg je daarom geen nieuwe aansluiting op het net. Zonnepanelen vallen soms uit terwijl de zon volop schijnt. Netcongestie wordt een steeds groter probleem in Nederland. Wat is het, wat merk jij ervan en wat kunnen we er tegen doen?
Wat is netcongestie?
De energietransitie gaat in hoog tempo terwijl het stroomnet op veel plekken nog flink verouderd is. Bij netcongestie is er te weinig ruimte op het stroomnet om stroom te vervoeren.
Invoeding- en afnamecongestie
Vergelijk het stroomnet met een waterleiding. Op momenten dat de druk te hoog wordt kan er niet nog meer water bij, de leiding zit al vol. Op momenten dat er te lage druk is, komt er nauwelijks water uit de kraan. Netcongestie heeft ook alles te maken met de spanning/druk op het stroomnet. Steeds vaker zijn er plekken waar de spanning op momenten te hoog is, we spreken dan van invoedingscongestie. Zonnepanelen leveren stroom terug, terwijl daar geen ruimte voor is op het net. Ook de momenten met te weinig spanning op het stroomnet nemen op steeds meer plekken toe, we spreken dan van afnamecongestie. Er is bij afnamecongestie onvoldoende stroom op het net. Zo is er geen ruimte voor nieuwe aansluitingen, komen nieuwbouwprojecten stil te liggen en kunnen bedrijven niet elektrificeren.
Netcongestie en onbalans
Naast netcongestie is er nog een probleem op het elektriciteitsnet, onbalans. Het zijn twee verschillende termen die veel met elkaar te maken hebben. In het kort gaat onbalans over het moment dat vraag en aanbod van stroom niet gelijk zijn, terwijl netcongestie gaat over de fysieke beperking van het netwerk om stroom te vervoeren. Die fysieke beperking speelt vaak heel lokaal, terwijl het bij onbalans gaat over het nationale evenwicht tussen vraag en aanbod.
Waarom is netcongestie een probleem?
Hoewel ons stroomnet één van de meest betrouwbare netten ter wereld is, lopen we serieus tegen problemen aan als we niks doen. Huishoudens gaan problemen ervaren, de energietransitie loopt vertraging op en het kost de maatschappij miljarden euro’s.
Wat huishoudens (gaan) merken van netcongestie
Wanneer we niets doen zal in 2030 naar schatting anderhalf miljoen huishoudens last krijgen van netcongestie.
- 350.000 huishoudens ervaart afnamecongestie, lampen kunnen gaan knipperen en apparatuur werkt niet altijd goed;
- 400.000 huishoudens met een groot risico op storingen van elektrische apparaten;
- 750.000 huishoudens krijgt last van uitvallende omvormers van zonnepanelen. Zonnepanelen leveren steeds vaker geen stroom op, omdat er geen ruimte is op het net.
Daar komt bij dat de wachttijden voor nieuwe aansluitingen op het net toeneemt. Nieuwbouwprojecten lopen daardoor vertraging op. Ook lopen wachttijden voor het ophogen van bestaande aansluitingen op.
Energietransitie loopt vertraging op door netcongestie
Nu het net op steeds meer plekken vol raakt wordt elektrificatie moeilijker. Een zwaardere aansluiting op het stroomnet kost veel tijd. Als gevolg blijven we vaker verwarmen op gas, rijden op benzine en diesel en leveren zonnepanelen minder op. Doordat elektrificatie moeilijker wordt blijven we dus vervuilende bronnen gebruiken, omdat het simpelweg niet mogelijk is om over te stappen naar elektrisch. Kortom; de energietransitie loopt flink vertraging op.
Netcongestie kost de maatschappij heel veel geld
Netcongestie kost de maatschappij jaarlijks circa 10 tot 35 miljard euro. Je zal denken dat het uitbreiden van het stroomnet duur is, maar niks doen is nog veel duurder. Bedrijven kunnen beperkt uitbreiden en voor nieuwe bedrijven is steeds vaker geen ruimte op het stroomnet. De maatschappelijke kosten van netcongestie zijn vele male hoger dan de geplande investeringen – jaarlijks ongeveer 6 tot 9 miljard euro.
Wat kunnen we doen tegen netcongestie?
Een landelijk actieprogramma tegen netcongestie zet in op sneller bouwen aan de uitbreiding van het stroomnet, slimmer inzicht in het net en beter benutten van het huidige net. In het actieprogramma hebben netbeheerders met de overheid en toezichthouder afspraken gemaakt om gezamenlijk netcongestie aan te pakken.
Sneller uitbreiden nodig
De investeringen van netbeheerders liggen de komende jaren op recordhoogte. Vanaf 2026 investeren netbeheerders zelf 8 miljard euro per jaar in het Nederlandse energienet. Sommige projecten voor het uitbreiden van het stroomnet duren erg lang. Vaak spreek je over 10 jaar, waarvan 8 jaar enkel voorbereiding is. Dit kan sneller. Daarom wordt er gewerkt aan kortere procedures.
Slimmer inzicht in knelpunten van het net
Vaak weten netbeheerders niet precies waar de knelpunten in het stroomnet zitten. Netbeheerders werken daarom aan het inzichtelijk maken van netcongestie en delen deze informatie. Zo weten ook andere partijen waar knelpunten zijn. In deze capaciteitskaart tonen netbeheerders waar nog het net vol zit of waar ze nog onderzoeken. De capaciteitskaart toont enkel de ruimte op piekmomenten, maar door slimmer om te gaan met het huidige net is er nog meer mogelijk.
Beter benutten van het huidige stroomnet
Er is nog ruimte binnen het bestaande stroomnet, we moeten deze alleen veel beter benutten. Gelukkig blijkt, uit onderzoek van Motivaction, dat Nederlanders heel bereid zijn om actie te ondernemen tegen netcongestie. 58% van de mensen wil zelf ook een bijdrage leveren en dat is mogelijk. Steeds vaker maken huishoudens gebruik van dynamische energie, waarbij stroomprijzen op dalmomenten veel lager liggen. Ook slim aangestuurde thuisbatterijen kunnen hierin een oplossing bieden. Momenteel onderzoekt Zonneplan dit in een pilot met netbeheerder Liander.
Jorick Elshof
CommunicatieadviseurJorick Elshof is een van de auteurs op de website van Zonneplan. Hij heeft veel kennis over onder andere energiemarkten, Zonneplan Energie, Zonneplan Powerplay en de Nexus thuisbatterij.
Opgeleid in de Zonneplan Academy