Nederlanders die in 2024 gebruikmaakten van een dynamisch energiecontract, bespaarden daarmee gemiddeld minimaal 238 euro ten opzichte van een doorsnee huishouden. Het verschil in stroomkosten bedroeg bijna 17 procent, terwijl de dynamische kosten van gas ruim 10 procent lager uitvielen. Dat blijkt uit berekeningen van energiebedrijf Zonneplan.
Zonneplan ging hierbij uit van een standaardverbruiksprofiel. Oftewel: het deed de aanname dat iemand die overstapt van een contract met vaste prijzen naar een dynamisch contract het verbruikspatroon niet aanpast aan de uurprijzen. “In de praktijk zien we dat klanten dat wel doen. Zo geeft ruim zestig procent van onze klanten aan bewust alleen te wassen tijdens de goedkope, groene uren, waarbij het gros aangeeft dat hen dit nauwelijks moeite kost. Desondanks zien we dus dat ook zonder deze gedragsaanpassing een dynamisch contract voordeliger is”, aldus energiespecialist Glenn van der Linde van Zonneplan.
Zonneplan keek voor dit onderzoek enkel naar huishoudens zonder zonnepanelen. De kosten en opbrengsten met zonnepanelen verschillen, vooral door de invoer van terugleverkosten, namelijk te sterk per aanbieder om een ‘gemiddelde’ situatie met zonnepanelen te kunnen schetsen.
In de praktijk valt het voordeel van een dynamisch contract in combinatie met zonnepanelen vaak nog groter uit. Dit komt onder meer doordat terugleverkosten bij een dynamisch contract ontbreken. En huishoudens die meer opwekken dan afnemen – en dus nu al een deel van hun teruggeleverde stroom niet mogen salderen – ontvangen voor dit overschot de actuele marktprijs. Bij veel traditionele energiecontracten ontvangt men maar zo’n vijf cent per kilowattuur.
Bij dynamische energiecontracten wisselt de prijs voor stroom elk uur. Vooral op zeer zonnige dagen kan het voorkomen dat de marktprijs zelfs onder nul zakt, omdat zonnepanelen dan voor een stroomoverschot op het net zorgen. Dit kwam afgelopen jaar 458 uren voor, tegen 316 uren in 2023. Belangrijk is wel te vermelden dat dit om de marktprijs gaat. Hier komt nog de energiebelasting, btw en een inkoopvergoeding bovenop. Daardoor kwam het afgelopen jaar slechts tijdens zeven uren voor dat consumenten daadwerkelijk geld toekregen om stroom te gebruiken.
Tegenover die negatieve uurprijzen stonden enkele dagen met flinke uitschieters naar boven, vooral in de novembermaand. Een totaal gebrek aan wind- en zonnestroom in grote delen van Europa zorgde toen voor de meest grijze elektriciteitsmaand in bijna twee jaar. Energiespecialist Van der Linde adviseert vooral te kijken naar de besparingen op de langere termijn. “Hoewel negatieve prijzen en pieken in de stroomkosten in het oog springen, is het belangrijker om naar het totale kostenplaatje over een heel jaar te kijken.”
Een groeiend aantal huishoudens lijkt dat laatste in te zien. Waar eind 2023 262 duizend huishoudens een dynamisch contract hadden, stond de teller op 1 december 2024 (meest recente ACM-cijfer) op 407 duizend. Oftewel: een toename van ruim 55 procent. Zonneplan verwacht dat dit aantal de komende jaren nog sterker zal toenemen. Dit komt volgens het energiebedrijf mede door de komst van terugleverkosten bij vaste en variabele contracten, de naderende afschaffing van de salderingsregeling en het toenemende aantal huishoudens met een elektrische auto of warmtepomp.